20 apr 3 dagen fietsen in de Dolomieten – Dag 1
Wie met de auto naar Toscane of verder naar het zuiden van Italië reist, kan een perfecte tussenstop doen in de Dolomieten. Een dagje in de auto en je belandt in één van de mooiste, en redelijk ongerepte, bergachtige regio’s van Europa. En zeker voor de wielertoerist is dit een paradijs.
Bormio de ideale uitvalsbasis
We trokken in het najaar van 2019 naar Bormio, een stadje dat gewoonweg leeft van de wintersport, in de provincie Sondrio. Zowat alle wegen in Lombardije leiden naar Bormio, dus vanuit Nederland of België hier naartoe rijden is heus geen klus.
Wie trouwens de oostelijke routes verkiest, wacht een prachtig laatste traject. Bijna automatisch moet je dan de Stelviopass nemen. Eerst deze gigantische berg oprijden, de grenspost passeren en genieten van het toch wel speciaal sfeertje en dan nog eens 20 kilometer afdalen en genieten vooraleer je terug in de bewoonde wereld én Bormio komt.
Het centrum van het stadje heeft zijn charme bewaard en doet, zonder de drukte van de wintersporter, inderdaad aan een Italiaans stadje denken. De uitzaaiingen van het stadje bestaan uit straten vol met wintersportaccommodatie en schreeuwerige bars. Maar ook eenmaal voorbij die bebouwing rest er enkel nog prachtige natuur, welke richting je ook uitgaat.
In het najaar is het er uiteraard niet zo druk. Je hebt een uitgebreide keuze aan hotels en flats. Wij kozen voor een goed uitgeruste flat in het centrum. Rest nog de zoektocht naar een koersfiets. Heel wat winkels verhuren zowel skimateriaal als koersfietsen en mountainbikes. Wij kwamen spontaan uit bij Bike Shop Spot-On (www.spotonbormio.it), aan de rand van het dorp.
Het verhuuraanbod bestaat quasi uitsluitend uit gloednieuwe Pinarello’s. Het wordt dus zowat de duurste fiets waar ik ooit mee heb gereden. De verhuurprijs voor drie volle dagen blijkt nog mee te vallen, én de service is uitstekend. De man spreekt me voortdurend aan met ‘Tom Beeunnen’ en maakt werk van een precieze afstemming van de fiets.
Als ik op zoek ben naar een koersbril -tja, vergeten- en ik weigerachtig sta tegenover de aankoop van een dure maar ronduit afschuwelijke koersbril (een roze en reuzengrote koersbril, uitgebracht nav de Giro) leent hij me er gewoon eentje uit.
En vermits we beiden niet echt fan zijn van het gebruik van een fiets-gps, krijgen we ook nog een mooi overzichtkaartje mee. Maar niet alvorens hij zelf enkele tips geeft, die onze fietsplannen voor de zoveelste keer wat doen veranderen. Zeker als hij ons de foto toont van het werkelijke prachtige bochtenparcours van Cancano. Enfin, we zijn vertrokken…
Fietsdag 1 : Cancano en Bormio 20000
Vermits we een lange autorit in de benen hadden, was het plan sowieso om het tijdens de eerste fietsdag toch wat kalm aan te doen. De gezapige tocht wordt, door toedoen van de bikeshop, een beklimming naar Cancano. Deze beklimming was voorzien als aankomst tijdens een rit van de Giro 2020, maar het Coronavirus besliste daar anders over.
De klim duurt iets meer dan 13 kilometer, maar loopt met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,2 % heel gezapig voor de geoefende wielertoerist. Maar bovenal, het is een prachtige col om op te rijden. Het lusvormig traject maakt dat je gans de tijd een prachtig uitzicht hebt beneden en boven. Eenmaal aan de top vertoeven we even in de schaduw van de torens van Fraele; om nog maar eens te genieten van het uitzicht én om te kijken naar de fietsers die we daarnet voorbij gezoefd hebben.
Dan rijden we via een kiezelweg wat verder naar de stuwdam en het aangelegde meer Lago di Cancano: dit was de uiteindelijke aankomst van de Giro-rit.
We dalen af en drinken een koffie op een gezellig terras. Omdat we ons eigenlijk topfris voelen én het nog niet te laat is, bestuderen we nog even de fietskaart, uitgegeven door het toerismebureau van Bormio.
We besluiten om als tweede opwarmer te rijden naar het skistation Bormio 2000. Ook deze klim is best wel te doen. Zo’n 10 kilometer lang en een gemiddelde van 7,3 %. We rijden Bormio uit via een schreeuwerige ‘ski-straat’ en zien in de verte twee koersmadammen gewoonweg de berg opvlammen. ,,Amai,’”denken we. En vooral mijn fietsmakker vreest dat we deze fietsdeernes niet meer terug zullen zien.
Gelukkig voor onze ijdelheid blijken ze slechts de eerste 2 kilometer op te rijden en keren ze vervolgens terug. Nog even een handje zwaaien en ze keren terug, wij niet! De tocht is wel beduidend minder mooi dan de klim naar Cancano, maar toch genieten we ervan. Het skioord Bormio 2000 blijkt een stad op zich, maar in het najaar toch wel een verlaten stad.
Lees ook het verslag van dagen 2 en 3 met de beklimming van de Passo dello Stelvio en de Mortirolo