3 dagen fietsen in de Dolomieten – Dagen 2 en 3

Wie met de auto naar Toscane of verder naar het zuiden van Italië reist, kan een perfecte tussenstop doen in de Dolomieten. Een dagje in de auto en je belandt in één van de mooiste, en redelijk ongerepte, bergachtige regio’s van Europa. En zeker voor de wielertoerist is dit een paradijs.

Wij trotseerden daar 3 dagen de zwaarste mythische cols. Op dag 2 en 3 de Passo dello Stelvio en de Mortirolo. Het verslag vind je hieronder.

Verslag van dag 1 met de beklimming van Bormio 2000 en Lago di Cancano kun je lezen in het artikel 3 dagen fietsen in de Dolomieten – dag 1

Fietsdag 2 : Bormio – Passo Umbrail-Santa Maria- Prato Allo Stelvio – Passo Stelvio – Bormio

Eigenlijk is deze rondrit zowat twee verschillende zijden van de reus Stelvio oprijden (meer info over de mythische col Passo dello Stelvio). De lus telt 102 kilometer en 3300 hoogtemeters. Wat zal ik mijn ‘overmoed’ beklagen vandaag, zeker na een nachtje liggen woelen in bed…

beklimming Passo dello Stelvio

We vertrekken vanuit Bormio en beklimmen de Stelvio langs de voor de ervaren wielertoerist bekende zijde. Een mooie klim, het is genieten geblazen. En de benen voelen nog goed aan! Op ruim 200 meter van de top, aan de zoveelste chalet, rijden we echter niet hoger maar slaan we af richting Santa Maria della Versa en komen dus feitelijk aan de top van de Passo Umbrail op 2503 meter.

Fietsen in de Dolomieten

Fietsen in de Dolomieten

De afdaling naar Santa Maria is eigenlijk best wel een mooie afdaling (en de tegenovergestelde richting van de autotocht twee dagen geleden) doorheen een bosrijke omgeving.

Santa Maria zelf stelt niet veel voor en ook de volgende 15 kilometer door het dal zijn niet echt mooi te noemen, maar we zijn plots wel in Zwitserland! De hongerklop komt eraan en alvorens de tweede keer de Stelvio, lang de andere kant, te beklimmen zwaaien we links af naar Müstair. Wat een aanrader is dit Zwitsers grensstadje! Het is er toeristisch, maar de middeleeuwse sfeer en de statige gebouwen maken indruk.

We eten een pasta in een gezellig restaurant, maar daar voel ik voor het eerst hoe vermoeid ik en mijn lichaam zijn … Eenmaal terug op de fiets hebben we nog een kleine tien gezapige kilometers alvorens overgeleverd te worden aan het monster genaamd Stelvio. Deze klim gaat het overgrote gedeelte door een woud en is prachtig om te zien. Maar niet prachtig om te doen.

Passo dello Stelvio

Eén van de mooiste stukken van de Passo dello Stelvio

Voorbij de boomgrens moet ik een kwartier recupereren én mijn laatste ‘gelleke’ wordt opgesoupeerd, veel te vroeg. Mijn compaan, anders de mindere klimmer van ons beiden, moet maar blijven wachten op me. We komen aan de top, het is -gevoelsmatig- om te bevriezen.

De koffie en de twee cola’s in een stemmige restaurantchalet doen deugd. Ik kan zelf weer genieten van de prachtige oude foto’s aan de wand. De afdaling doen we op het gemak, het koude gevoel verbijtend. Oef, we zijn terug in Bormio. Nooit gedacht dat ik het stadje zou terugzien….

Fietsdag 3 : Vanuit Bormio een H/T naar de Mortirolo

Opstaan met loodzware benen. Nog meer dan anders doet de naam van de Mortirolo mijn hart sneller bonken (meer info over de mythische col de Mortirolo). Deze gevreesde berg staat vandaag op het programma. Na lang inpraten op mijn wielergezel kan ik hem maar vooral mezelf ervan weerhouden om de loodzware lus van 120 kilometer Mortirolo op en af om via de passo Gavia terug te keren naar Bormio te rijden.

We doen het wat gewoner… en vertrekken vanuit Bormio voor een beklimming van de Mortirolo om dan langs dezelfde weg terug te keren. Oef! Deze rit is heen en terug zo’n 85 kilometer, maar vooral de beklimming zal het doen. De klim is zo’n 12 kilometer lang en je overbrugt 1300 hoogtemeters in die klim met een gemiddelde stijgingsgraad van 10,9 %.

Na enkele keiharde kilometers door het bos zit er zelfs een piek in van 19%, dan weet je het wel. Het is als een lastige berg oprijden en tussendoor nog eens een La Redoute moeten verteren. Nu, het is even zoeken om zonder GPS het juiste fietstraject richting de beruchte berg te vinden. Gelukkig bestaat een gedeelte van het traject uit een apart liggend fietspad.

Mortirolo

Bochten aftellen tot aan de top

Een mooie passage is het fietsen op een fietsersbrug die in een bos is aangelegd, je fietst gewoonweg tussen de kruinen van de bomen. Voor het overige fiets je het overgrote deel op een fietspad dat langs een drukke tweevaksbaan loopt.

Dit duurt tot we in het dorpje Mazzo di Valtellina zijn, maar we hebben geen oog voor het feit of dit dorpje nu wel of niet sfeervol is. De schrik zit er in en we kunnen gewoonweg aan niets anders denken dan aan dat donkere gevaarte dat voor ons opdoemt.

Gelukkig lijken de benen beter te zijn dan gisteren maar toch moet ik al na enkele kilometers mijn compaan terug laten gaan en rijd ik mijn eigen tempo. De klim doorheen het bos en langs wat nederzettingen is landschappelijk zalig. Met het einde in zicht rij je langs prachtige weiden.

Mortirolo

Het laatste stuk van de Mortirolo

De top bereiken is alsof je na 21 dagen de Champs-Elysées opdraait. Boven is het, gezien de geringe hoogte van ‘slechts’ 1852 meter, leuk vertoeven en de kunstige installatie met wielrenners weet ons te bekoren.

Mortirolo

De afdaling is langs de smalle baantjes niet zo ongevaarlijk, maar voor we het weten zitten we terug op de drukke baan richting Bormio. Wind tegen natuurlijk, de laatste harde dobber. Maar het kan ons allemaal niet meer deren. Bormio here we come !!

’s Avonds genieten we nog wat van de locale keuken en verwennen we onszelf eens na zoveel kilometers en vooral zoveel hoogtemeters.